Ereveld der Gefusilleerden wordt "Nationale Necropolis"

De minister van Defensie heeft de titel "Nationale Necropolis" toegekend aan het Ereveld der Gefusilleerden, het kleine Schaarbeekse kerkhof gelegen op het gazon van de voormalige Nationale Schietbaan. Het doel? De herinnering aan de opoffering van de gefusilleerden tijdens de twee Wereldoorlogen levend houden.

De Nationale Schietbaan, ontmoetingsplaats voor wapenliefhebbers

De Nationale Schietbaan bevond zich lange tijd op de huidige VRT/RTBF-site. Het gebouw werd in 1889 ingehuldigd. Het is ontworpen in neomiddeleeuwse stijl met een centraal paviljoen, vertrekken voor het personeel en twee grote schietbanen. De beste schutters en karabiniers trainden er regelmatig. De wedstrijden volgden elkaar op en lokten een internationaal publiek.

De oorlog luidde een nieuw hoofdstuk in

Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten de Duitsers er een van de belangrijkste plaatsen van Belgische heldenmoed van. Ze fusilleerden er Philippe Baucq, Édith Cavell, Gabrielle Petit en tal van andere patriotten. Na de oorlog richtte de regering er een monument op om de gefusilleerden te herdenken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen er nog meer slachtoffers.

Na de oorlog werd het Ereveld der Gefusilleerden behouden op de site, waar nog steeds 365 slachtoffers rusten. De site werd in 1983 erkend als erfgoed. Vandaag de dag wordt het Ereveld der Gefusilleerden erkend als een essentiële getuige van de onderdrukking van het Verzet tijdens de twee Wereldoorlogen. Met zijn groene omgeving en sobere graven nodigt deze gedenkbegraafplaats uit tot bezinning en herdenking.

Artikel geschreven met de vriendelijke medewerking van Léon Verreydt, "Schaarbeekoloog" en Ereburger van de gemeente Schaarbeek.

De teloorgang van de Nationale Schietbaan

De faciliteiten van de Nationale Schietbaan werden in 1963 gesloopt. De twee torens, de laatste overblijfselen van de Nationale Schietbaan, werden opgeblazen om plaats te maken voor het nieuwe VRT/RTBF-complex. De naam van de Nationale Schietbaan staat nog steeds in het geheugen van de gemeente gegrift.